De geschiedenis geeft ons geen duidelijk antwoord op de vraag, wanneer de Schoonhovense Bartholomeüskerk is gebouwd.

Historici, die zich bezighielden met de geschiedenis van dit kerkgebouw, geven tegenstrijdige antwoorden op deze vraag. Was er bij de grote brand, die in 1375 Schoonhoven grotendeels in de as legde, reeds een kerk? De één zegt: 'ja', de ander: 'neen'. Waarschijnlijk hebben zij gelijk, die beweren, dat er vóór 1375 al een kerk was gebouwd. Wellicht stond er in het begin van de 14e eeuw een houten kerkje, dat later door een stenen exemplaar werd vervangen. Bij de brand in 1375 moet de kerk wel beschadigd zijn. Ze kon echter worden hersteld.

Verbouwingen

De kerk werd gewijd aan Bartholomeüs, één van de apostelen, die als martelaar zijn leven liet. In de loop van de tijd is de kerk aanzienlijk gewijzigd. Oorspronkelijk bezat de kerk de kruisvorm. Het schip bestond uit drie beuken, samen even breed als het eveneens driedelige koor. In de eerste helft of in het midden van de 16e eeuw werden de buitenmuren van de zijbeuken noord- en zuidwaarts verplaatst, zodat zij op één lijn kwamen te staan met de eindmuren van het dwarspand. De kruisvorm ging hierdoor verloren.

De volgende eeuw gaf inwendig grote veranderingen aan het kerkgebouw te zien. De middenbeuk van het schip werd 7 Rijnlandse voeten (ruim 2 meter) verbreed. Nieuwe pilaren werden geplaatst, die de oorspronkelijke Gotische pilaren vervingen. Deze nieuwe pilaren werden gemaakt in de zogenaamde Dorische stijl, waarbij men teruggreep op de bouwkunst van de oude Grieken. In die tijd werden ook gebrandschilderde ramen aangebracht, die in 1858 wegens allerlei gebreken vervangen werden door ijzeren ramen.

Na de grote verbouwing in het midden van de 17e eeuw is lange tijd de vorm van de kerk weinig veranderd. De toren helde in 1925 echter 138 cm naar het oosten en bedreigde het kerkgebouw. Op last van Den Haag - vrijdag 26 juni 1925 - moest de kerk onmiddellijk gesloten worden. De volgende zondag kerkte de gemeente in het Nutsgebouw. Voor de bediening van de sacramenten mocht het kerkgebouw van de Gereformeerde kerk worden gebruikt. Op 31 maart 1926 betrok de gemeente een noodkerk op de plaats waar nu de oude pastorie, Stationsplein 2, staat.

In 1927 begon onder leiding van architect W. Kromhout de restauratie, die in 1934 werd voltooid, hoewel reeds op 27 februari 1932 de kerk weer in gebruik kon worden genomen voor de eredienst. De kosten van de restauratie bedroegen fl 500.000,-.

Toren

Een van de grootste problemen vormde de toren. Het bleek, dat de toren rustte op vier afzonderlijke houten vlonders, terwijl tot op 10 meter diepte de bodem zeer slap was. Zestig betonpalen werden ingepulst om de scheve kolos meer vastheid te geven. Ook werden zware betonnen steunberen tegen de oostelijke pijlers van de toren gebouwd om deze te stutten.

Door deze werkzaamheden was de kerkruimte kleiner geworden. Vandaar dat twee galerijen aan de noord- en zuidkant werden aangebracht. Ook het dwarspand onderging een grondige verandering. Twee pilaren van het schip moesten het veld ruimen en twee werden naar het westen verplaatst tot steun van de toren. Hierdoor werd het dwarspand zo verbreed, dat van het oorspronkelijke schip van de kerk weinig is overgebleven. Het dwarspand overheerst nu de kerkruimte. Die verbreding bracht ook mee de verhoging van de kap. Oorspronkelijk was de hoogte van het dwarspand 19 meter, nu is dit 25 meter.

Ook de inrichting onderging een ingrijpende verandering. Tussen de beide steunberen van de toren werden een kosterskamer, een predikantskamer en een archiefruimte gebouwd. Daarboven werd het orgel geplaatst, dat eerst op de zogenaamde ‘Heerenstoel’ heeft gestaan. De preekstoel, die voordien tegen één van de zuidelijke pilaren was geplaatst, werd voor de orgelgalerij opgesteld. Voor de kansel kwam het uit 1625 stammende doophek te staan.

Bij deze restauratie werd ook het raam in de toren weer opengebroken, dat in de 19e eeuw dichtgemetseld was wegens voortdurende lekkage. Dit raam toont ons de prachtige Gotische stijl, die vóór het midden van de 17e eeuw de kerk sierde. Het koor werd zoveel mogelijk in oude staat hersteld. De pilaren, die sterk naar het oosten overhelden door de druk van de toren, werden afgebroken en van het oude materiaal weer opgebouwd. De muren werden van dikke kalklagen ontdaan. Ook werden de boogjes onder de ramen en de spitsboog nissen boven de scheibogen hersteld.

Restauratie

Na vijftig jaar werd het noodzakelijk de kerk opnieuw te restaureren. Burgerlijke en kerkelijke gemeente werkten samen bij de restauratie van kerk en toren. Onder leiding van de plaatselijke architect, Ir. R. Visser, vond deze restauratie plaats in de jaren 1980 - 1982. In het middenkoor werden alle oude balken en muurjukken door nieuwe vervangen en het houten gewelf overgeschilderd. In de zijkoren werd eveneens een groot gedeelte van het houtwerk vervangen en de zolderingen geverfd. Alle vensters zijn vernieuwd met glas in lood aan de binnenkant en aan de buitenzijde kunststof voor bescherming en isolatie. Nieuwe goten werden gemaakt van koper. Er kwam verwarming in het koor. Twee koperen lichtkronen in het middenkoor verfraaien het interieur. Uit de kerk gekomen banken zijn tussen de Gotische pilaren gezet.

In de middenbeuk van de kerk, evenals in de zijbeuken, zijn meerdere balken en vrijwel alle muurjukken vervangen. Gewelven en zolderingen werden overgeschilderd; de muren gesausd in een lichte kleur en de 17e eeuwse gedenkborden geconserveerd tegen houtworm. De familiewapens met cartouches in de scheibogen ter weerszijden van de middenbeuk zijn in de oorspronkelijke heraldische kleuren geverfd en van bladgoud voorzien. Nabij het doophek zijn twee rijen banken weggehaald om plaats te maken voor de nieuwe Avondmaalstafel, die een plaats kreeg op een kleed van 2,75 x 7 meter, dat door 60 dames en 1 heer in drie maanden werd geknoopt en waarin met 70 kg. wol ca. 350.000 knopen werden gelegd. Op het doophek is een nieuwe doopboog geplaatst. Het ontwerp is, evenals de vervaardiging van Avondmaalstafel, kleed en doopboog door eigen gemeenteleden tot stand gekomen.

Alle houten vloerbalken in de toren zijn vernieuwd, evenals de draagconstructie van de spits. Op de torenspits kwam nieuwe leibedekking en een met lood beklede peervormige bekroning. Ook werden nieuwe koperen goten en afvoeren gemaakt. In het classicistische torengedeelte boven de eerste omloop, daterend uit 1650, werden zandstenen onderdelen vernieuwd en verroest ankerwerk weggenomen c.q. vervangen door roestvrijstalen kettingankers. Het buitengevelwerk is opnieuw ingevoegd. Ook het gebrandschilderde tapijtraam in het venster boven de westelijke toreningang kreeg een grondige restauratiebeurt. Het aantal klokken is gebracht op zes.

Dienstenrooster

Bekijk alle diensten

Contact

Bezoekadres
Grote of St. Bartholomeüskerk

Haven 84
2871 CR Schoonhoven
  0182 - 38 40 53
Contactpagina

 

Postadres
Hervormde gemeente Schoonhoven

Postbus 19
2870 AA Schoonhoven
© Hervormde Gemeente Schoonhoven
WEBSITE DOOR: Reprovinci